De strafrechtelijke vervolging van het gaswinningsbedrijf moet worden gestaakt. Dat vindt het Openbaar Ministerie Noord-Nederland. Er is geen bewijs voor opzettelijk strafrechtelijk verwijtbaar handelen.

De zaak werd aangespannen door de Groninger Bodem Beweging en een paar individuele klagers die via een artikel 12 procedure het gerechtshof Arnhem – Leeuwarden gevraagd hadden het Openbaar Ministerie (OM) op te dragen de NAM te vervolgen. In 2017 stelde het Gerechtshof dat er aanwijzingen zijn dat de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), voor 50 procent in bezit van Shell en voor 50 procent van Exxon, door gaswinning opzettelijk woningen heeft beschadigd waardoor concreet levensgevaar ontstond.

Het OM concludeert nu dat er ‘sprake is van aanzienlijke schade aan woningen als gevolg van de door gaswinning veroorzaakte aardbevingen’. Maar, schrijft het OM, door die schade is in geen enkel geval ‘concreet gevaar voor het leven van bewoners’ ontstaan. Dit moet een zieke grap zijn. Zoniet, dan toont het OM maar weer eens aan buiten de samenleving en realiteit te staan. Of beter: onder één hoedje te spelen met de exploitatiemaatschappijen.

Hoofdofficier Diederik Greive denkt dat het leed van gedupeerden ‘langs andere wegen moet worden gecompenseerd’. ‘Het strafrecht biedt in deze zaak geen reële oplossing voor de problemen van de klagers’. Het Gerechtshof gaat nu aan de slag met de uitkomsten van het onderzoek en kan al dan niet besluiten om te stoppen met de vervolging. Het zal naar verwachting nog maanden duren voordat het Gerechtshof die uitspraak doet.

De Groninger Bodem Beweging noemt het stoppen van de strafrechtelijke vervolging van de NAM door het OM onbegrijpelijk. „Ongeveer 15.000 huizen worden versterkt, omdat de kans te groot is dat bij een zware aardbeving huizen instorten. Als dat geen levensgevaar is, begrijp ik het niet meer”, zegt voorzitter Jelle van der Knoop. Hij noemt het advies van het OM „complete kolder. Mensen moeten onmiddellijk het huis uit en dan hekken omheen omdat er sprake is van instortingsgevaar en daarmee acuut levensgevaar.”

„Klinkklare onzin”, vindt ook advocaat Gerard Spong die de klagers bijstaat. Volgens Spong worden de Groningse aardbevingen „ten onrechte tot een peulenschil gedegradeerd”. „Ten eerste zeggen ze dat er sprake moet zijn van concreet levensgevaar, maar dat eist de wet niet. Ten tweede ontkennen ze dat er instortingsgevaar was. Maar ook dat snijdt geen hout, want het OM erkent wel dat er sprake was van acuut onveilige situaties.”

Door ravage

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties