Een stel enigszins excentrieke mannen van ruim in de tachtig bevolken de charmante en uitmuntende documentaire The Truffle Hunters van Gregory Kershaw en Michael Dweck. In de bossen van Piedmond in Noord-West Italië groeien de kostbare witte Alba truffels, een culinaire delicatesse, onder de grond. De truffeljagers gebruiken honden om de goddelijke paddenstoel te vinden.
Dit is niet zozeer een zoektocht, de documentaire tekent vooral de innige relatie tussen de baasjes en hun honden. De honden zijn de echte truffelzoekers, ze ruiken of er truffels onder de grond groeien. Dan moeten de baasjes snel de truffels uitgraven.
Vooruit dan. De honden zijn de sterren van de film: Birba, Biri, Charlie, Fiona, Nina, Titina en Yari. Sergio speelt de drums en baadt samen met zijn hond Fiona. Met een föhn droogt hij haar vacht. En hij voert haar peren omdat dat de dokter weg houdt.
De 88-jarige Aurelio bakt een verjaardagstaart voor zijn hond Birba en vraagt zich af hoe lang hij nog te leven heeft. Angelo is het buitenbeentje van het gezelschap, hij stopte jaren geleden met truffel zoeken. Thans schrijft de man filosofische verhandelingen over de hebzucht van de mens.
Carlos, die een innige relatie met zijn hond Titina heeft, komt het vaakst in beeld. Hij is bovendien als enige getrouwd. De anderen zijn nooit alleen want ze hebben hun honden. Er zit een geweldig shot in de film vanuit het hondenperspectief. Onverwacht ontroerend is het beeld van de gezette oude gastronoom die zijn fondue overvloedig laat raspen met truffel.
De truffelzoektochten zijn summier gehouden. Alsof de kijker vooral niet de geheime plekjes waar het truffelgoud te vinden is, mag zien. De oude truffelzoekers zijn ook niet van plan de geheimen te delen met de jongere generatie. Zodoende nemen ze hun geheimen mee het graf in. Dat de kostbare truffel goud waard is bewijzen de ontmoetingen van de handelaren op de straathoeken. Dat stropers hier ook een kwalijke rol spelen staat buiten kijf. Ze schijnen honden te vergiftigen.
Het truffelseizoen loopt van september tot december. Dat heeft de regisseurs, die tevens de camera’s bedienen, gelegenheid gegeven om schitterende beelden te maken. Soms lijkt het alsof we naar impressionistische schilderijen van het landschap zitten te kijken.
De hoogbejaarde mannen zullen het truffel jagen blijven doen totdat ze er dood bij neervallen. Vooral de 87-jarige Marco is fanatiek, hij wil de uilen in de nacht horen, zegt de man tegen zijn vrouw. Zij wil dat hij eindelijk stopt met zijn nachtelijke escapades. Maar juist dat truffel jagen houdt hem fit en jeugdig.
De documentaire heeft ondanks de humor een melancholische ondertoon. Het is alsof er afscheid genomen wordt van het leven, dicht bij de natuur, in de snel slinkende bossen van Piedmond.
Ulrik van Tongeren