hou me vast

nee, niet, laat me niet
niet doen, blijf, niet gaan
hoor, hoor het verdriet
waar ben je, jij, waarheen
laat me niet alleen

zwakke handen willen je dragen
gebroken woorden je sussen
lippen je magere armen kussen
al zou je het nauwelijks
hoorbaar vragen

de hand reikt, zoekt, niets
breekt mijn uitzichtloze val
laat me niet als een dolle hond met
gebroken poten de aarde om graven
zie mijn bebloede tranen

de steel geknakt, knop met
fragiel blad niet meer te dragen
wacht ons de koude, het bevroren nat
iemand op pad zal ons lege
ogen zien staren


tekst Marina Verte | foto Jan Kees Helms