hou me vast
nee, niet, laat me niet
niet doen, blijf, niet gaan
hoor, hoor het verdriet
waar ben je, jij, waarheen
laat me niet alleen
zwakke handen willen je dragen
gebroken woorden je sussen
lippen je magere armen kussen
al zou je het nauwelijks
hoorbaar vragen
de hand reikt, zoekt, niets
breekt mijn uitzichtloze val
laat me niet als een dolle hond met
gebroken poten de aarde om graven
zie mijn bebloede tranen
breekt mijn uitzichtloze val
laat me niet als een dolle hond met
gebroken poten de aarde om graven
zie mijn bebloede tranen
de steel geknakt, knop met
fragiel blad niet meer te dragen
wacht ons de koude, het bevroren nat
iemand op pad zal ons lege
ogen zien staren