Japanse filmklassiekers in Eye en theaters in het land. Carmen Comes Home is een charmante komedie. Tokyo Story, een van de beste films aller tijden.

De Japanse filmstudio Shochiku bestaat een eeuw. Eye besteed hier aandacht aan met veertien filmtitels, er zijn tevens vier klassiekers van Yasujiro Ozu te zien. Het programma graaft diep in het roemruchte verleden van de studio. Met zwijgende films, en het meesterwerk The Human Condition van Masaki Kobayashi is te zien. Deze versie in drie delen duurt tien uur, dat is bijna twee uur langer dan de versie die op het International Film Festival Rotterdam 1975 te zien was. De verwachte grote regisseursnamen zijn er. Opvallend is de aanwezigheid van Takeshi Kitano met zijn gangsterfilm Sonatine uit 1993. In de jaren negentig maakte hij een opmerkelijke reeks films, met hemzelf in iconische hoofdrollen.

Carmen Comes Home van Keisuke Kinoshita uit 1951 is de eerste Japanse kleurenfilm. Het is een charmante en satirische komedie over twee succesvolle striptease danseressen die hun geboortedorp met een bezoek vereren. In het bergdorp worden tradities, normen en waarden hoog gehouden. De botsing tussen de brave burgers en de vulgaire jonge vrouwen zorgen voor komisch vuurwerk. Kinoshita als specialist van vrouwendrama laat de vrouwen echter in hun waarde.

Het is niet alleen pret, maar er worden ook maatschappelijke thema’s aangeraakt. Het pijnlijke proces van Japan als een gebroken natie na de Tweede Wereldoorlog wordt subtiel belicht. Begin jaren vijftig werd de bezetting van Japan door Amerika opgeheven, de culturele invloed van de Amerikanen werd daarentegen steeds groter. Grappig hoe Carmen, gespeeld door de fenomenale Hideko Takemine, haar op Hollywood geïnspireerde liedjes vertolkt. Hollywood in Japan!

Van Yasujiro Ozu zitten vier films in het programma. The Flavour of Green Tea over Rice (1952), Tokyo Story (1953), Early Spring (1956) en Tokyo Twilight (1957). Vooral Tokyo Story geldt als een van de grootste films aller tijden. Net achter Citizen Kane. Het filmverhaal oogt simpel. Een oud echtpaar gaat van het platteland op bezoek naar hun kinderen en kleinkinderen in Tokyo. Eigenlijk verloopt de trip helemaal niet zo goed, de bejaarden vormen een sta in de weg voor de kinderen. De enige die ze aandacht geeft is de schoondochter van een overleden broer.

Droevig gaat het echtpaar naar huis. Aan het eind van de film reizen de kinderen naar het dorp van hun ouders voor een begrafenis. Het is de enige ‘grote’ gebeurtenis in Tokyo Story. Ozu bedacht zijn films vanuit de personages, het verhaal en de plot waren voor hem ondergeschikt. Het gaat om de kleine subtiele dingen in zijn films, banale gesprekjes die veel onthullen over de persoonlijkheden van zijn personages. De camera staat stationair op hurkhoogte, dat geeft die karakteristieke compositie. Tussen de scenes binnenshuis monteert hij momenten zoals de daken van de huizen, lege straten, bomen, het spoor en de treinen. Ozu was gek op treinen. Die korte onderbrekingen met beelden van de omgeving geven de kijker een rustpunt.

Voor westerse ogen zijn de films Ozu traag, terwijl er wel degelijk een enorme dynamiek in zit. Ook wordt hij sentimenteel genoemd, terwijl zijn films onsentimenteel zijn. Het is de opeenstapeling van emoties en gevoelens die zijn werk aangrijpend maakt. Met Tokyo Story hebben we de ideale dosering van emotie en de vervolmaking van zijn filmstijl. De film heeft iets episch, en de personages hebben een universele kracht. Herkenbaar zijn de personages altijd. Er zitten zoveel onvergetelijke scenes en momenten in. Tokyo Story blijft een meesterwerk.

Shochiku 100 – Een eeuw filmklassiekers uit Japan, tot 2 maart in Eye en bioscopen in het land.

Ulrik van Tongeren

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties