Massademonstratie tegen kernwapens, 29 oktober 1983. Meer dan 500.000 mensen protesteerden op het Malieveld in Den Haag tegen de aanwezigheid van kruisraketten in Nederland.

In de media en in de publieke opinie wordt vaak aangenomen dat het voeren van actie een uitzonderlijk daad is. Het tegendeel is echter waar. Het voeren van protestacties is een natuurlijke normale daad binnen een democratische samenleving. Zelfs acties voor een zaak waar je niet direct zelf last van hebt, de zogeheten solidariteitsacties, horen bij een gezonde samenleving. Protesten tegen onderdelen van het overheidsbeleid of tegen de overmatige invloed van bedrijven en organisaties bestaan al sinds de middeleeuwen.

In eerste instantie was overlevingsdrift van mensen vooral gericht op het opkomen voor zichzelf en bloedverwanten en in het verlengde daarvan het opkomen voor de eigen stam. Naarmate het aantal mensen toenam ontstond er echter een evolutionair moreel proces waarin solidariteit zich uitstrekte naar mensen buiten de eigen groep en uiteindelijk naar alle mensen. Dat dit evolutionaire proces om de 60 à 80 jaar verstoord wordt door een tijdelijke terugval naar het primitieve ‘recht van de sterkste’ is triest maar tot nog toe zijn die terugvallen, waarin miljoenen slachtoffers vielen, keer op keer overwonnen.

Vanaf het jaar 2000 ziet men in een aantal landen de ideologie van het “recht van de sterkste” weer opkomen. Het is daarom belangrijk dat acties voor welke belangen dan ook gepaard gaan met strijd voor het behouden c.q. uitbreiden van de democratie. Die democratie moet dan wel een geloofwaardig, liefst duidelijk beleid voeren. Het kan een liberaal beleid zijn waar je je als actiegroep tegen kan afzetten, het kan ook een sociaal beleid zijn wat je als actiegroep kan aanscherpen. Als het beleid echter ondoorzichtig en visieloos is, ontstaat er een onbestemd onbehagen in grote delen van de samenleving, een onbehagen dat extreemrechtse organisaties kunnen oppakken om hun antidemocratische ideologie te verspreiden. 


Demonstratie van Wij Zijn Hier in Amsterdam. Sinds 2012 voert dit collectief van afgewezen asielzoekers actie
voor een menswaardig bestaan. | Foto: Roeben Zwart

In elke samenleving, ook in een democratische bevindt zich een smalle bovenlaag die bestuurt en macht uitoefent en een brede onderlaag die de bestuursmacht van overheid en de invloedsmacht van bedrijven ondergaat, gedoogt of daar kritisch op reageert. Het kritisch reageren vertaalt zich in acties op het moment dat misstanden geconstateerd worden en het kritische signaleren daarvan niet tot gevolg heeft dat overheid c.q. bedrijven hun beleid wijzigen. Misstanden signaleren en via acties pogen het beleid te wijzigen is niet alleen positief voor die groepen die slachtoffer zijn van een misstand. Het is ook positief, ja zelfs noodzakelijk voor de overleving van de samenleving als geheel. Als met name de bovenlaag van een samenleving niet voortdurend wakker gehouden wordt door protesten, voortkomend uit delen van de onderlaag, verstart zij met alle gevolgen van dien voor zowel bovenlaag als onderlaag.

Het is overigens niet alleen de smalle bovenlaag die overtuigd moet worden van een ander beleid. Elke actiegroep heeft in eerste instantie ook meestal te maken met een grote conservatieve meerderheid in de onderlaag. De meeste mensen houden nou eenmaal niet van verandering. Zeker als zij zelf niet tot een minderheid behoren die onderdrukt wordt, dan laten ze het liefs alles bij het oude. Actievoeren betekent dus niet alleen de smalle bovenlaag van overheid en bedrijven wijzen op misstanden, en beleidswijziging eisen. Het betekent ook het beïnvloeden van de publieke opinie middels bewustwording.

Het meeste verzet begint bij het zetten van vraagtekens bij maatschappelijke vanzelfsprekendheden. Of zoals Remco Campert dat zo treffend zegt in een van zijn gedichten: 

Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden
Jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet
en dan die vraag aan een ander stellen.

Hoe vraagtekens zetten, gevolgd door politieke protestacties kan leiden tot afschaffing van een misstand leert ons de geschiedenis. Het is niet eens zo lang geleden dat Nederland de slavernij afschafte (1863) of dat de wilsonbekwaamheid van de vrouw in Nederland afgeschaft werd (1956). Tot die data werd slavernij en de onmondigheid van de vrouw door de meerderheid van de bevolking normaal geacht. Pas op het moment dat er vraagtekens gezet werden, in eerste instantie door de slachtoffers, spoedig gevolgd door solidaire activisten, ontstond het begin van verandering. 


Protestactie in de Leidsestraat Amsterdam, 1981 tegen de apartheid in Zuid-Afrika.

Denk ook aan de vanzelfsprekendheid van onze poging Nederlands-Indië als kolonie te behouden. Heel Nederland hing vol met affiches “Indië verloren, rampspoed geboren” of de apartheid in Zuid-Afrika. In de publieke opinie in Nederland werd apartheid gezien als ‘gescheiden gebieden’. Velen vergeleken het zelfs met ons zuilenstelsel. In al die kwesties, en ik noem slechts een paar voorbeelden, is de eerste reactie van een groot deel van het publiek ontkenning of relativering. Kortom men vindt het vervelend en storend nieuws en de boodschapper van het nieuws wordt gezien als een onrust stokende rebel. 

Acties kunnen radicaal zijn of gematigd, gematigd vergeleken dan met de radicale poot. Radicale actie: een veelal smalle maar zeer gemotiveerde actiegroep werkt als een koevoet, de misstand moet openbaar worden, het moet op de agenda. Als radicale acties aanslaan wordt dit gevolgd door een brede meer gematigde actiegolf. De brede golf en de radicale groep hebben elkaar, ook als ze dat niet zo duidelijk zeggen, nodig. De brede actiegolf heeft een sterkere onderhandelingspositie als de overheid of het bedrijf zich ervan bewust is dat achter die brede golf een felle radicale actiegroep staat die veel en veel minder bereid is tot concessies. Aan de andere kant; als de overheid hard optreedt tegen de radicalen dan komt de meer gematigde golf voor hen op. 

Het gevaar dat radicale acties lopen is dat men zijn hand overspeelt als men extreem harde acties voert en daarmee een groot deel van de sympathie van de publieke opinie verliest. De Kraakbeweging kon in de jaren zeventig van de vorige eeuw rekenen op veel sympathie, zeker omdat zij leegstaande huizen kraakte en die overdroeg aan bijstandsmoeders. Toen zij echter brandjes stichtte, burgemeester van Thijn bespuwde en delen van de stad ging beschouwen als haar eigen terrein, verloor zij de sympathie in de publieke opinie.


Krakersrellen in de Amsterdamse Van Baerlestraat vanwege de ontruiming van de Lucky Luyk, 1982.
Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog werd de noodtoestand afgekondigd | Foto: Bert Verhoeff ©

Hetzelfde lot onderging onlangs het boerenprotest. Zolang zij geweldloos met hun trekkers demonstreerden stond 60 % van Nederland achter die hardwerkende boeren. Vanaf het moment echter dat zij snelwegen blokkeerden met brandende strobalen en zelfs met het kankerverwekkende asbest, verloren zij veel sympathie, niet alleen van de burgerbevolking maar ook van hun eigen achterban.

Het gevaar waar de brede gematigde actievoerders mee te maken krijgen is dat zij al onderhandelend opgenomen worden in overlegplatforms, crisiscomités e.d. waarbij zij te maken krijgen met welwillende begripvolle ambtenaren die noch de macht, noch de bevoegdheid hebben om zaken drastisch te veranderen. 

Het beste is dus de relatie tussen de smalle radicale groep en de brede gematigde groep goed te houden en elkaar (on) bewust de bal toe te spelen om zodoende te komen tot een beter eindresultaat 

Het doel van alle op meer vrijheid en meer gelijkheid gerichte acties is uiteindelijk een samenleving te scheppen waar harmonie, gerechtigheid, vrede en menswaardigheid centraal staan. Dat dit, gezien de oer menselijke behoefte aan respect, onderlinge betrokkenheid en levensvreugde, ooit werkelijkheid zal worden is zonneklaar.

Hans Beerends

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties