Als je dagelijks de krant leest of het TV nieuws bekijkt, dan ziet het er niet hoopvol uit!  En terecht, je leest over aanslagen, oorlogen, ongelukken, noem maar op. Toch kan je het nieuws ook anders bekijken.  

Je leest bijvoorbeeld de volgende krantenkop: ‘Moeder gooit baby van drie hoog uit het raam’. In feite lees je dan dat zoiets praktisch nooit gebeurt. Dat is een uitzonderlijke gebeurtenis. Een moeder die haar kind uit het raam gooit daar kun je met je verstand niet bij. Daarom is het ook nieuws. Nieuws is over het algemeen datgene wat afwijkt van de dagelijkse gang van zaken. Dat geldt voor de moeder die haar baby uit het raam gooit, maar ook voor een verkeersongeluk of moord. Nieuws is datgene dat afwijkt van het normale patroon.

Met andere woorden positieve dingen komen niet in het nieuws. Je zal nooit in de krant lezen dat er deze hele week geen spoorwegongelukken zijn gebeurd. Pas als spoorwegongelukken wekelijks plaatsvinden, dan is een bericht dat er deze week geen ongeluk gebeurt nieuws.
Spoorwegongelukken zijn dan normaal en een week geen ongeluk is nieuws. 

Ten tijde van de oorlog in Vietnam werd in een bepaald jaar dagelijks gebombardeerd. Als er een dag (om wat voor reden dan ook) niet gebombardeerd werd, stond dat als nieuwsitem in de krant. Bombarderen was normaal geworden, een dag niet bombarderen werd nieuws. 

Toch beleven wij dat niet zo en het moet gezegd: kranten en TV zijn in hun strijd om lezers en kijkers geneigd om al het slechte nieuws nog eens flink aan te dikken.  

Een nadeel van deze situatie is, dat wij als nieuwsconsumenten gaan geloven dat de wereld één grote ellende is, die alsmaar erger wordt. Mensen worden mismoedig en voelen zich machteloos. Daar is echter geen enkele reden voor, want wereldwijd is er de laatste paar honderd jaar enorm veel verbeterd en die verbetering gaat jaar in jaar uit door. Terwijl slechte zaken de koppen vormen van kranten en TV, groeit het goede nieuws sluipenderwijs. 

Vooruitgang

Neem de armoede en honger in de wereld. Ik herinner mij dat begin jaren vijftig de hongersnood geen incident was maar een jaarlijks terugkerend fenomeen. 65% van de wereldbevolking was destijds straatarm. Dat percentage is thans gezakt naar 12%.
Dat is 12% te veel natuurlijk, maar toont wel aan dat alle politieke acties en maatregelen van de laatste 50/60 jaar om de armoede terug te dringen, wel degelijk tot een positief resultaat hebben geleid.

Die vooruitgang geldt niet alleen de afname van de echte armoede, maar er is ook sprake van een afname van ‘moeder- en kindersterfte’.
Hetzelfde geldt voor een afname van ziektes als malaria en andere ziektes en een afname van kinderarbeid. 

Het goede nieuws is dat er aan misstanden een eind kan komen als mensen zich daarvoor in zetten. Hoe zijn die positieve veranderingen te verklaren?
In grote lijnen als volgt: mensen die in beroerde omstandigheden leven gaan zich verzetten, eisen een menswaardig bestaan dat ertoe kan leiden dat andere mensen ook in verzet komen. Van regeringen en invloedrijke organisaties en bedrijven wordt geëist dat zij hun verantwoordelijkheid nemen. De wetenschap bemoeit zich ermee, in de wat rijkere landen ontstaan solidariteitsacties. Stapsgewijs, soms traag, soms versneld, worden zaken verbeterd. Iedereen kan daar een positieve bijdrage aan leveren.

Verandering begint doorgaans met een vraagteken zetten bij vanzelfsprekendheden. Veel misstanden waren ooit vanzelfsprekendheden. Als ik alleen al kijk naar hoeveel zaken in mijn eigen leven vanzelfsprekend waren en dat nu niet meer zijn is dat nauwelijks te bevatten. Eén voorbeeld hiervan is de ondergeschiktheid van de vrouw. Tot de jaren 50 werden vrouwelijke ambtenaren ontslagen als ze gingen trouwen; sterker nog: tot 1956 waren gehuwde vrouwen financieel  handelingsonbekwaam.
Homoseksualiteit was volkomen taboe, in Engeland kon je er zelfs gevangenisstraf voor krijgen. 

Kolonialisme was voor de oorlog vanzelfsprekend. In de jaren dertig en vlak na de oorlog dacht praktisch iedereen dat de wereld nou eenmaal zo in elkaar zat. De politionele actie tegen het onafhankelijkheidsstreven van Nederlands -Indië kon rekenen op steun van 70 % van de Nederlanders. Ook de apartheid in Zuid Afrika kon tot  begin jaren tachtig rekenen op instemming van de meerderheid in Nederland.
Nog verder teruggaand, in mijn grootvaders tijd hielden wij Nederlanders nog slaven in Suriname. Kortom veel wat ooit door een meerderheid normaal werd gevonden werd later als misstand erkend. 

Huidige misstanden 

Voordeel van deze tijd is dat wij niet veel zaken meer vanzelfsprekend vinden. De absolute aanspraken van kerk en staat op de waarheid worden niet meer algemeen aanvaard.
Daar staat tegenover dat veel misstanden door velen gezien worden als onoverkomelijk.
De macht van staten, met name de grootmachten en de macht van het internationale bedrijfsleven wordt gezien als obstakel waar onmogelijk doorheen te komen is.
Door de alsmaar voortdurende oorlog in Syrië, de aanval van Poetin op Oekraïne, burgeroorlogen in vele landen en terroristische aanslagen ontstaat de indruk dat geweld in deze tijd alleen maar toeneemt. Velen zullen verbaasd zijn te horen dat het geweld de afgelopen 70 jaar is afgenomen. Ook is het niet zo dat de huidige oorlogen uitzichtloos zijn. In de jaren 70 en 80 was er strijd in praktisch alle Latijns-Amerikaanse landen. Eind jaren tachtig kwam daar een einde aan. 

De economische crisis, ontstaan in 2008 door onverantwoordelijk gedrag van bankiers, de toenemende inkomenskloof tussen landen en binnen landen, de dreigende voedsel-, water- en energieschaarste alsmede de milieuverslechtering en klimaatverandering zijn zaken waar mensen zich terecht zorgen over maken maar waar ze ten onrechte van denken dat daar niets tegen te doen is.

Oplossing

Het tegenovergestelde is echter waar. Juist omdat voor het eerst in de geschiedenis deze problemen iedereen raken, zowel rijke als arme landen, rijke en arme mensen, bestaat er ook wereldwijd een streven om deze mondiale problemen op te lossen.
Op het gebied van milieu en klimaat bestaan er zowel verontrustende gegevens maar ook aanzetten tot een ander beleid. De wetenschap en politiek zijn naarstig op zoek naar middelen die een ommekeer kunnen bewerkstelligen.                                  

Oplossing van een reeks problemen wordt bevorderd of vertraagd door de uitkomst van het spanningsveld tussen het korte en het langetermijnbelang van staten en bedrijven en in het verlengde daarvan van alle mensen. Wil een internationale onderneming in de concurrentie met anderen overeind blijven, dan zal zij kiezen voor de laagste loonkosten, de laagste grondstofprijzen en de voor het bedrijf meest gunstige wetten op het gebied van milieu, klimaat en veiligheid. Op de lange termijn echter is elk bedrijf gebaat bij een redelijke koopkracht, (ook in arme landen) bij een schoon milieu, een gezond klimaat en sociale stabiliteit. 

Dat spanningsveld tussen het korte en het lange termijn belang kan alleen opgelost worden door het instellen van een internationale wet – en regelgeving waarbij een ieder op straffe van sancties zich aan zal moeten houden. Eerlijke concurrentie kan dan gewoon doorgaan zonder dat dit leidt tot ongewenste effecten. Omdat ook het bedrijfsleven inziet dat het eenzijdig oriënteren op korte termijndoelstellingen op den duur te veel nadelen met zich meebrengt, zie je een duidelijke trend naar Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en een wens tot internationale afspraken. Op de jaarlijkse bijeenkomst van vertegenwoordigers van de grote multinationale bedrijven, staatslieden en wetenschappers in Davos, verklaarde de voorzitter, dat het kapitalisme van de 20e eeuw niet meer past in de 21e eeuw. 

Globalisering 

Op internationaal niveau raken staten en bedrijven steeds meer met elkaar verbonden op economisch en financieel gebied. De globalisering gaat onverminderd door en daarmee de wens en de noodzaak te komen tot internationale wet- en regelgeving. Globalisering is in eerste instantie voordelig voor de rijken in rijke landen, de rijken in arme landen en is op de lange termijn op het gebied van werkgelegenheid ook voordelig, zij het in mindere mate voor de armen in de arme landen. 

Die verschuiving van werkgelegenheid kan echter tot werkeloosheid leiden in de rijke landen. Wil een internationale wet en regelgeving effectief zijn dan zal ook de armoede en werkeloosheid in rijke landen aangepakt moeten worden.  In de internationale discussies hierover ontstaan gedachten en visies over sociaal kapitalisme, basisinkomen, weggeefeconomie, drastische verkorting van werktijden als antwoord op de robotisering. Het dichten van de inkomenskloof, het opvoeren van koopkracht in arme landen, milieuvriendelijk en klimaatbestendig ondernemen en het voorkomen van sociale instabiliteit, oorlog en geweld. 

Weerstand 

Zoals bij elke nieuwe en noodzakelijke stap in de geschiedenis roept globalisering ook weerstand op. Globalisering en de daarmee gepaard gaande ontwikkeling naar meer internationale samenwerking krijgt te maken met nationalistische protesten van groepen als Wilders, Baudet, Le Pen, Trump, Erdogan en sterk nationalistisch bewegingen in o.a. Polen en Hongarije. Gebruikmakend van de slechter wordende positie van economisch zwakke groepen in deze landen roepen populistische politici op tot het verbreken van de band met de EU, het verlaten van internationale afspraken en het concentreren op het eigen land. Nationalistische oplossingen zijn echter niet het antwoord, zeker niet voor de gemarginaliseerden in rijke landen.           

 Willen wij op een vreedzame en redelijke wijze komen tot een samenleving waar welvaart, veiligheid en menswaardigheid centraal staat, dan moeten wij zowel op micro- als op macroniveau de kansen grijpen die de huidige technologische, politieke en economische  ontwikkelingen ons bieden. Het goede nieuws is dat verandering niet alleen noodzakelijk is maar ook mogelijk – kijk naar alle misstanden die ooit vanzelfsprekend waren en die door een combinatie van politieke druk, nieuwe uitvindingen, economische groei en toename van sociaal bewustzijn tot het verleden zijn gaan behoren Ik eindig met een uitspraak van Nelson Mandela: 

“Onze diepste angst is niet dat we zwak en ontoereikend zijn
Onze diepste angst is dat we onvoorstelbaar krachtig zijn
Het is ons licht, niet onze duisternis die ons het meest beangstigt”  

Als we die angst van ons afzetten kunnen we de volgende stap in de menselijke evolutie op blijmoedige wijze voortzetten. 

Hans Beerends

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties