Op de ontmoetingsdag van wereldwinkels op zaterdag 12 November waren wereldwinkels van diverse koepels en regionale verbanden, alsmede Fair Trade en andere ontwikkelingsorganisaties uit het hele land aanwezig. Er werd door Sjef Ernes van “One World Citizen” gepleit voor het ondersteunen van lokale initiatieven van jongeren. Tevens had hij drie jongeren uit Rwanda meegenomen die vertelden over hun lokale activiteiten.
Op de eindzitting werd door schrijfster en oud Tweede Kamerlid Kathleen Ferrier aan allen gevraagd welke problemen het meest aan bod kwamen in de diverse workshops..
Niet onverwacht bleek dat het verloop van oudere vrijwilligers en het gebrek aan instroom van jongeren te zijn. Welke interesses hebben jongeren en met welke problemen kampen ze was de discussievraag en niet onbelangrijk, hoe krijgen we ze naar de wereldwinkel?
Met die vraag in ons achterhoofd, gingen we naar huis. Hopende, zo eindigde Kathleen, dat we nadenkend over deze vraag tot een conclusie zouden komen. 

Nou was en ben ik één van die meedenkers en ik kwam tot het volgende. Op de eindzitting kwam al naar voren dat klimaat een nijpend probleem is. Elke twintiger en dertiger realiseert zich dat er een grote kans is dat hij of zij over een aantal jaren wanneer ze net een gezin hebben en een begin van een loopbaan te maken krijgen met een levensbedreigend klimaatprobleem.
Verder kwamen nog de volgende onderwerpen aan de orde; gebrek aan huisvesting, de groeiende kloof tussen rijk en arm, eenzaamheid en het gebrek aan zingeving. Die laatste twee punten werden wel genoemd maar het ontbrak aan tijd om daar uitgebreid op in te gaan. Reden waarom ik daar nu graag op in ga. 

ZINLOOSHEID, ZINGEVING EN EENZAAMHEID                                                      

De huidige doorsnee vrijwilliger in de leeftijd van 55 tot 70 plus, komt nog uit een tijd waarin politiek gezien veel zaken vooruitgingen zoals daar zijn: het einde aan apartheid, Angola vrij, het einde aan de oorlog in Vietnam, het einde van veel dictaturen in Latijns-Amerika, de massale anti-kernwapendemonstraties in 1981 en ‘83, het einde van de koude oorlog en tot slot de val van de Berlijnse muur in 1989.
De inval in Irak in 1991 door de VS en de daaropvolgende golfoorlogen maakten een eind aan deze hoopvolle tijden. Maar er gebeurde nog veel meer. Het politieke tij keerde. De kerken waren al deels leeggelopen en de christendemocratie alsmede de sociaaldemocratie verkruimelde. Nou kan je verschillend aankijken tegen deze instituten, feit is dat zij de zorg voor de gemeenschap hoog in het vaandel hadden staan. Wat we ervoor terug kregen was het -op het individu gerichte – liberalisme. Nou had het klassieke liberalisme nog wel een sociale component, denk aan het kinderwetje van van Houten en ook bij het opzetten van de verzorgingsstaat in de jaren vijftig en zestig lagen zij zeker niet dwars. 

Op sociaaleconomisch gebied volgden ook zij, weliswaar in mindere mate, de visie van het verzorgingsstaatskapitalisme van de econoom Keynes (1883-1946). Dat veranderde allemaal eind jaren tachtig bij de opkomst van het neoliberalisme. De verzorgingsstaat werd afgebroken, subsidies voor derde wereldorganisaties, waaronder de wereldwinkels werden beëindigd en het beleid van opeenvolgende kabinetten ging uit van de visie van econoom en Nobelprijswinnaar Milton Friedman (1912 -2006). Voor deze econoom is er geen sprake meer van “Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen” noch van een sociaal overheidsbeleid ten behoeve van de gemeenschap. Het enige doel van een bedrijf is volgens Friedman winst maken en de enige aan wie het bedrijf verantwoording moet afleggen zijn de aandeelhouders. Friedman werd mede geïnspireerd door de filosoof Ayn Rand (1905 -1982). In haar bekendste boek “Atlas Shrugged” vertaald als “De kracht van Atlantis” keert de hoofdpersoon zich tegen alle vormen van sociaal beleid door de overheid. Een bekende uitspraak van haar is “Egoïsme is een morele deugd”. Het boek is in de VS het meest verkochte boek na de bijbel. 

Nou is het beleid in Nederland minder asociaal dan in Noord-Amerika maar ook hier wordt alles teruggebracht tot economisch nut. Of het nu gaat om kunstbeleid, ontwikkelingshulp, kindertoeslag, loon en prijsbeleid, overal wordt bekeken welk economisch nut behaald wordt. Ook mensen worden beoordeeld op hun economisch nut. Wat kan je aan een mens verdienen als producent van waren of diensten en wat kan je aan hem of haar verdienen als consument. Als veel zo niet alles wat buiten het economisch nut valt gezien wordt als zinloos dan bestaat het gevaar dat ook de producerende en consumerende mens zijn werk en in het verlengde daarvan zijn bestaan als zinloos gaat ervaren. Een gevoel van zinloosheid maakt ook eenzaam. Jongeren, zeker aan het begin van hun loopbaan voelen dat feilloos aan, meer nog dan ouderen en zijn daar ontevreden over. 

Maar gelukkig bestaat er ook nog een andere wereld. De neoliberale, op economisch nut gerichte mentaliteit is dan wel dominant maar er is ook een tegenbeweging. Denk aan ontwikkelingsorganisaties en milieuorganisaties als Novib, Cordaid ICCO, Hivos, Artsen zonder Grenzen, Warchild, Terre des Hommes, Milieudefensie, Greenpeace Extinction Rebellion, Kerken in Actie, Amnesty, platform Nieuw Wij en tientallen andere duurzaamheidsgroepen. Tenslotte de 200 wereldwinkels; voor veel mensen het meest zichtbare en dichtstbijzijnde onderdeel van de beweging die strijdt voor duurzaamheid en tegen mondiale armoede. Wil je je als jongere ontworstelen aan gevoelens van eenzaamheid en zinloosheid en ervaren wat zingeving kan betekenen, dan kunnen wereldwinkels en andere ideële organisaties als ze zich daarvoor inzetten die passie, mondiale betrokkenheid en maatschappelijke gedrevenheid tentoonspreiden. Onder het motto “Fair Trade is Fair Life” moet het mogelijk zijn jongeren, op zoek naar zingeving, aan te trekken.

Hans Beerends

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties