Ruben Östlund heeft een denderde satire over miljardairs en hun ondergeschikten gemaakt.
De Zweedse filmmaker Ruben Östlund maakt vrolijke films over de ondergang van de mensheid. Zijn nieuwste en eerste Engelstalige, Triangle of Sadness is makkelijker te volgen dan zijn vorige sociale satires. Hij heeft minder complexiteit, maar is wel heerlijk platvloers. En een satire maken over de superrijken, dat past echt binnen de huidige tijdsgeest. Zelden werd in een film de obsceniteit van rijkdom zo treffend verbeeld.
Twee fotomodellen, Carl (Harris Dickerson) en Yaya (Charlbi Dean) zijn zogenaamde ‘social influencers’ en krijgen een cruise aangeboden op een luxe-jacht. Ze leiden ons binnen in het luxueuze leven van de superrijken, terwijl ze zelf continu ruzie maken over geld. De medepassagiers komen uit Europa, zijn onder meer wapenhandelaren en een Russische handelaar in stront. Ondertussen heeft de kapitein van het schip, gespeeld door Woody Harrelson, een depressie gekregen en zichzelf in zijn kamer opgesloten. Toch moet hij het kapiteinsdiner voorzitten.
Triangle of Sadness is opgedeeld in drie hoofdstukken, heeft vrijwel geen plot en weinig verhaal. Lijkt uit de losse pols geschoten, maar ziet er piekfijn uit. Östlund is een groot talent, vanaf Play (2011) waarin de Zweedse multiculturele samenleving wordt ontleed. Turist (Force Majeure, 2014) is een komisch portret van een huwelijk in crisis, en The Square (2017) zet op uitzinnige wijze de pretenties van de kunstwereld te kijk.
Schitterend hoe terloops de klassenmaatschappij op het schip wordt getoond. De fotomodellen zitten tussen de superrijken en de hardwerkende bemanning, zij die de de troep moeten opruimen, in. Het lijkt alsof Östlund de botte bijl hanteert in deze satire, terwijl hij een elegante verteller is. Er zit altijd een sleutelscène in zijn films. In Turist is het de lawine die een gezin bedreigt, terwijl de laffe vader ze in de steek laat. In The Square is het een performance-artiest die een diner van notabelen verstoort. Triangle heeft als sleutelmoment een epische kots-scene, tijdens het kapiteinsdiner, die zeer virtuoos is uitgevoerd, minder doel treft.
Grappiger zijn de kleine, vileine scenes. Vooral die waarin de communistische scheepskapitein en de Russische oligarch, handelaar in stront, een boom over Marx en het communisme opzetten. In het derde deel van de film, eigenlijk het zwakste van de delen, wordt de hiërarchie onderuit geschoffeld. Abigail, gespeeld door de geweldige Dolly De Leon, is toiletschoonmaakster. Nadat het schip door piraten schipbreuk lijdt, en de overlevenden op een eiland belanden, zwaait ze de scepter. Abigail is de enige die kan vissen en een vuur kan maken. Het is een groot genot om te zien hoe ze de rest van het gezelschap koeioneert.
We hoeven niet laf en krachteloos tegenover de elite te staan. Dat is de uiteindelijke mooie boodschap van deze dwingende en hilarische satire.
Triangle of Sadness (September Film) nu in de bioscopen.
Ulrik van Tongeren