Na drie jaar is er weer een fysieke editie van het International Film Festival Rotterdam (IFFR). 

In 2021 werd Kelly Reichardt’s meesterwerk First Cow op IFFR (online editie) vertoond. Showing Up is een film over een kunstenares die beelden maakt. Lizzie, gespeeld door Michelle Williams, worstelt met haar werk en de verplichtingen die ze heeft tegenover haar collega’s en familie. Bovendien huurt ze een woning bij een collega (Hong Cau) die tevens haar rivaal is wat betreft kunst. Daarnaast zorgt ze voor een gewonde duif. Alweer een dier in een film van Reichardt, dieren hebben bij haar een metaforische lading, zoals de koe in First Cow en de hond in Wendy and Lucy.

Showing Up komt als een schok na epische films als Meek’s Cutoff en First Cow. De nieuwe film is intiemer, oogt alsof het in haar achtertuin is opgenomen en dat voor de meesteres van het Amerikaanse landschap. Gemaakt tijdens de pandemie, is de film schijnbaar uit de losse pols geschoten. In sfeer en aanpak doet de film denken aan Old Joy (2006), het hippie gevoel hebben beide films gemeen. Het is een bedrieglijk simpele film. Ongewoon voor haar is dat ze met de camera dicht op de personages zit. Daarbij lijkt de kunstenaarsgemeenschap waar het zich afspeelt op de hak genomen te worden.  Zou Reichardt zomaar een satire over kunstenaars gemaakt hebben? Bedrieglijk simpel is de film, maar er zit ongerijmdheid in haar werk, eenduidig is het nooit.


Showing Up

Ze maakt films met een antropologische blik, zoals de multiculturele mix van mensen in Oregon 1820, in First Cow. Haar films leven door de veelzeggende en nauwkeurige details. Iets dergelijks heeft ze gedaan met het milieu van de kunstenaars in Showing Up. Michelle Williams die voor de vierde keer in een film van Reichardt acteert, zet iedere keer een totaal ander personage neer. Hier is ze bijna onherkenbaar, alleen de stem van Williams is vaag te registreren. Haar personage wankelt op de rand van implosie, de actrice levert een puike vertolking.  

EO van de Poolse regisseur Jerzy Skolimowski riep tegenstrijdige reacties op tijdens de vertoning in Rotterdam. Stem uit het publiek: ‘wat een rare film.’ We kregen een eenmalig DailyTiger krantje, geheel gewijd aan EO in de handen gedrukt. Het staat vol met recensies en ook een interview met de 84-jarige filmmaker. EO gaat over een reis die een ezel door Europa maakt. Het dier heeft een getormenteerd bestaan en wordt vaak mishandeld. De film is vanuit het perspectief van de ezel gemaakt. Zijn ogen zien een hallucinante wereld, soms in een rode gloed, bijna apocalyptisch.


EO

EO is een zintuiglijke ervaring. Dat heeft Skolimowski vaker gedaan, vooral met The Shout (1978), dat subversieve meesterwerk over een man met een dodelijke schreeuw. Een film maken over een dier – de filmmakers gebruikten zes ezels – is niet uniek. Vorig jaar was er Cow van Andrea Arnold, over een melkkoe. Maar dat is realisme, je zou EO magisch realistisch kunnen noemen, bijna religieus. EO die lijdt voor de zonden van de mensheid. De verhouding tussen dier en mens wordt hier aangestipt. Sommigen zien er een ecologische boodschap in. Skolimowski is echter te slim voor politieke boodschappen.

Op papier lijkt het een pessimistische film. Dat is het zeker niet. Het is een ode aan het leven. De film refereert aan Au hasard au Balthasar van Robert Bresson, dat is een duistere film en aangrijpend. EO heeft in ieder geval een mens gekend die goed voor hem was, de circusartieste in het circus aan het begin van de film. Maar het zijn de ogen van EO die ons achtervolgen, de camera weet de blik van de ezel briljant te vangen. Melancholisch is die blik. Skolimovski heeft als filmmaker vele levens. Dat zagen we jaren geladen tijdens een retrospectief van hem op IFFR.

IFFR tot en met 5 februari.

Ulrik van Tongeren

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties