De onvergetelijke tijger en de verbazingwekkende Olympische spelen in Tokyo . 

Bovenaan staat de herinnering aan de International Film Festival Rotterdam tijger die in 2004 figureerde. Intussen heeft de tijger talrijke transformaties ondergaan door een leger aan ontwerpers. De huidige tijger is alom tegenwoordig. Er is een hele industrie van kleding, tassen en snuisterijen met het tijger logo ontstaan. Dit jaar is er bovendien een totaalbeeld van het festival gemaakt, een heerlijk chaotisch mozaïek. Een mooie verwijzing naar de chaos waar de wereld zich nu in bevindt.  

Het loopt geen storm voor de Official Film of the Olympic Games Tokyo 2020.
Bezoekers zien de briljante film over het hoofd. Toch is het een bijzondere en onconventionele kijk op dit evenement. Naomi Kawase, een van de grootste Japanse regisseurs, heeft de film met een enorme technische crew gemaakt. Deze epische documentaire in twee delen is geen simpele registratie van sportwedstrijden, van winnen en verliezen. Het verhaalt over hoe het grootste sportevenement van de wereld in 2020 tijdens een pandemie ten koste van alles doorgang moest vinden. De spelen vier jaar uitstellen was geen optie voor de organisatoren.

De film is opgedeeld in twee delen: Side A en Side B. Het eerste deel is een persoonlijke kijk van Kawase op de menselijke en intieme kant van het verhaal. Dat doet ze met gevoelige portretjes van de deelnemers, met name vrouwen. Ook van vrouwen die hun baby’s meenemen naar Tokyo. Zodoende kan Kawase een van haar favoriete thema’s; de verhouding tussen moeders en hun kinderen op zowel zakelijke als poëtische wijze voor het voetlicht brengen. De echtgenoten van de vrouwelijke sporters zorgen voornamelijk voor de baby’s, terwijl de vrouwen topprestaties moeten leveren.

De film begint met het blootleggen van een nationaal Japans trauma over judo, hun belangrijkste sport. Nederlandse trots, Anton Geesink won in 1964 de judotitel. Judo is in Japan een nationale identiteit. Hun huidige kampioen mag absoluut niet verliezen. Opvallend zijn de vervormde, bijna verminkte gezichten van de judoka’s. Het is een onwaarschijnlijk zware sport. Het is wrang dat de sporters die hun ziel en zaligheid aan hun sport geven, dat doen voor lege tribunes. Geen publiek dus, met als enige uitzondering de Olympische marathon die op straat gelopen wordt. Talrijk zijn de shots van lege stadions, de absurditeit is surreëel. We mogen vooral niet vergeten dat we in een pandemie zitten. Iedereen draagt mondkapjes, soms mogen ze even af, bij een interview en tijdens de wedstrijd. Die bedekking verbergt emoties op het menselijk gezicht. Sport is nog steeds emotie.


Naomi Kawase

Vreemd dat Kawase, de grootste dichteres van de wereldcinema, dit allemaal heeft vastgelegd. Niettemin vergeet de regisseuse haar hemelbestormend humanisme niet. Opvallend zijn de beelden van kinderen in de film, die mogen even zonder mondkapje het leven vieren. 

De tweede documentaire Side B gaat in op de machinaties achter de schermen met de organisatoren en de politici. De werkers en zowaar de demonstranten tegen de Olympische spelen krijgen een podium. De machtsstrijd achter de schermen is pure politiek, de chaos levert onvergetelijke zwarte humor op. Lont in het kruidvat is de opmerking van de hoogste baas mr. Mori, dat vrouwen teveel praten tijdens de vergaderingen.

Dat is een domme opmerking van een 83-jarige oude man die te lang aan de macht is. De onvermijdelijke excuses en het uiteindelijk aftreden van Mori zijn komisch goud. Wat volgt is een paleisrevolutie waarbij twaalf vrouwen op belangrijke posities worden neergezet. De tragikomedie vormt een fraaie illustratie van de Japanse schaamtecultuur (Haji). Opmerkelijk dat deze officiële documentaire een enorme politiek lading heeft. Het winnen en verliezen van de Olympische sportlieden gebeurt bijna in de kantlijn.

De stukjes sport die wel getoond worden zijn briljant gemonteerd. De aanpak van Kawase is gewaagd en scherp, het lijkt een mirakel dat een dergelijke documentaire gemaakt kon worden. In Japan is cultuur echter heilig. In tegenstelling tot het westen is er een grote tolerantie voor subversieve kunst. Denk aan anime, strips, porno en ultra gewelddadige samoerai films.

IFFR tot en met 5 februari.

Ulrik van Tongeren

Abonneer
Laat het weten als er

*

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties