Hans Beerends is al zijn leven lang activist. En op zijn 91e is hij nog steeds actief, onder meer als columnist en recensent. Deze week verschijnt een “swingend” boek over zijn bewogen leven voor een betere wereld.
door Manon Stravens
“Het is ongehoord wat het Openbaar Ministerie nu doet, mensen van hun bed lichten, klem rijden als ze hun kind van school afhalen en dat allemaal omdat ze opriepen mee te doen aan de manifestatie op de A12. Op de laatste bijeenkomsten “Grootouders voor het klimaat” waar ik was werd opgeroepen mee te doen. Had zo’n grootvader of -moeder dan ook opgepakt kunnen worden?”
Hans Beerends (1931) antwoordt per mail nog even op mijn vraag wat hij van de acties op de A12 vindt, en vooral van de reacties daarop. Dat antwoord is zoals altijd analytisch, gewogen, geduid in een bredere context en met een vrolijke klinkslag. “De overheid heeft de afspraak van 193 landen onderschreven om er voor te zorgen dat de opwarming niet verder stijgt als 1.5 % en thuis gekomen doet zij precies het tegenovergestelde. Foei.” Een beetje zoals Beerends al zijn hele leven actie voert voor een betere wereld. Ik heb het net allemaal gelezen in het boek dat – eindelijk – over hem verschijnt.
Een paar dagen eerder zit ik met hem in zijn favoriete cafe Gruter in Amsterdam-Zuid, waar hij al jaren dagelijks zijn cappuccino drinkt en minstens drie kranten leest. Hij draagt – zoals altijd – een jasje over een kleurig overhemd, met stevige bruine wandelschoenen. Het AD ligt naast hem op tafel. Daar staat overigens nooit iets in, aldus Beerends.
Hij is blij met het boek dat vandaag verschijnt. Geschreven door de auteurs Ellen Mangnus en Marc Broere die hem – net als ik – al jaren kennen. Een kroniek van zijn kleurige en bewogen leven als activist. Van de boycot op “bloedkoffie” en cocoa-cola tot de oprichting van de wereldwinkel in Amsterdam.
Geduid in een halve eeuw nationale en internationale politieke ontwikkelingen. Van de val van de muur, de staatsgreep van Pinochet in Chili tot de oorlog in Angola en de apartheid in Zuid-Afrika. Afgewisseld met verhalen over zijn persoonlijke leven, hoe hij opgroeide in een warm katholiek nest, over de oorlog, zijn passie voor rock ’n roll, de vrouwen die in zijn leven passeerden en hem inspireerden. En er zijn de opmerkelijke anekdotes, zoals de keer dat hij – 80 jaar oud – in een boom klom (en zijn nek brak). En hoe hij op zijn achtentachtigste een burnout kreeg.
Het is een “swingend boek” geworden, zo vindt hij zelf. “Het gaat niet zozeer over Hans, maar het is een geschiedenis van de actiewereld die streed en strijdt tegen armoede en voor een beter milieu.” Een historisch verhaal, dat hopelijk ook inspirerend werkt voor de huidige generaties actievoerders. Geen Hans-hagiografie dus. Dat moest ook niet. Want, zegt hij, “wie ben ik nou helemaal.”
Het actievoeren in Nederland ontstond allemaal in zijn tijd. Hij was erbij en stond er – in eerste instantie – nog bij, maar sloot zich al snel aan. Hans noemt zichzelf “een doorsnee product van de jaren vijftig”, dat wil zeggen “gehoorzaam en gezagsgetrouw.” Hij had de hongerwinter meegemaakt. De oorlog was voorbij, de sigaretten waren “van de bon”, en hij werkte bij de stadskwekerij in Amsterdam. “Wat hadden we nog te klagen?” Maar hij las toen al veel kranten.
En toen vielen de bommen op Vietnam. “Niet op militaire doelen, maar op burgers. En dat diende geen enkel doel.” De foto’s van brandende mensen raakten hem. Met de actie voor de hongersnood in India ging Beerends zich verdiepen in de problematiek, zo lezen we in het boek. Want, hoe kan het dat er – terwijl er geen oorlog of bezettingsleger is – toch honger is? “Dat was het gevolg van wetten die hier gemaakt zijn, die je dus kan veranderen. Die onze koffie en chocoladefabrieken beschermen.”
De demonstraties vond hij wel geweldig. “Dat was echt nieuw.” Beerends had respect. “Die durven toch maar.” Maar al gauw liep hij mee en raakte hij in de ban van actievoeren. Het boek vertelt hoe Beerends betrokken raakte bij allerlei acties. Acties met een vrolijke kwinkslag, met theater en muziek. Kreatief aktievoeren. Want zo mobiliseer je de massa, weet Beerends.
Hans Beerends en Ellen Mangnus, één van de auteurs van het boek ‘Levenslang activist’.
Er moeten actiepunten richting de regering zijn, legt hij uit. “Om die te overtuigen om bepaalde maatregelen te nemen.” Zoals destijds de acties van het Angola-comité. “We vonden dat we uit de NATO moesten stappen (omdat de NATO wapens leverde aan Portugal voor de oorlogen in zijn koloniën Angola, Mozambique en Guinee-Bissau, red.)” En in zijn tijd waren er toch meer “handvatten” om iets aan te pakken. Kansen om dingen te veranderen. Er waren de bevrijdingsbewegingen en de landencomités. “Het waren ook de optimistische jaren.”
De wereld is een stuk ingewikkelder geworden, vindt hij. “Als ik zie wat er in Iran en Afghanistan gebeurt, heeft een landencomité nog zin?” De Nederlandse regering wil net zo lief als wij dat wat er in Iran en Afghanistan gebeurt, stopt. Nou, dan ben je dus snel uitgeluld.” En dan denkend, “misschien zou een Iran-comité nog wel nuttig zijn. Om de regering onder druk te zetten om dat land op de terrorismelijst te zetten. Een regering die het beleid in Iran afkeurt, zou meer moeten doen om dat concreet te maken. Dat zou een actiepunt zijn.”
Toch kan de huidige generatie actievoerders wel wat inspiratie gebruiken, vindt hij. Er valt nog altijd genoeg te demonstreren, voor een beter klimaat (“dat is nu het grote wereldprobleem”), tegen het huidige woonbeleid, de toeslagenaffaire, de kloof tussen rijk en arm. Maar, constateert Beerends ook, de huidige generatie gaat toch minder vaak de straat op. Al ziet hij wat betreft klimaat wel meer actie. “Elke 20-jarige weet dat als hij of zij 40 is, en er is niets veranderd, dat hij/zij dan met een groot probleem zit.”
Hoewel Beerends fel was, en geen blad voor de mond nam, hing hij niet met blauw geverfde haren in de hekken van nertsenfokkerijen. Dat hoeft ook niet, zo lezen we in de “tien levenslessen van een activist” aan het einde van het boek. Acties kunnen en moeten evolueren. “Een verandering begint met een kleine groep radicalen”, die de grote massa nog niet meekrijgt maar wel “tot reflectie aanzet”. Ga niet te lang met radicale acties door: vanaf een bepaald punt roepen ze vooral weerstand op, zo luidt de tweede levensles.
Hij is vooral ook een analist. Van de ontwikkelingen in de wereld, de ontwikkeling van de actievoerder, die niet alleen maar schreeuwt maar ook “beschaafd en fatsoenlijk” kan zijn. En van actiestrategieën.
Dat blijkt ook weer uit zijn mail. “Ik beoordeel acties op actie-strategische gronden. Bevordert deze radicale actie het milieubewustzijn en verhoogt ze het politieke draagvlak voor meer landelijk positief klimaatbeleid of daalt het bewustzijn en het draagvlak omdat mensen zich ergeren? Volgens de kranten is de belangstelling voor de kwestie en de verontwaardiging over het steunen van de fossiele industrie met 17,5 euro miljard toegenomen. Vanuit actie-strategische redenen was ik ook tegen de actie van het vastklemmen aan beroemde schilderijen. Hier ontstond mijns inziens woede over mogelijke vernieling van kunstwerken dan dat het politiek draagvlak toenam.”
Het liefst was hij weer 20, zo zegt hij aan het einde van ons gesprek in Gruter. “Dan zou ik weer nieuwe actie strategieën ontwikkelen, doorgaan op de resultaten die bereikt zijn. Maar, constateert hij ook, “ik heb niet meer de lichamelijke conditie om voorop te gaan.”
Het idee dat hij misschien nog maar vijf of acht jaar te leven heeft vindt Beerends vreemd. “Het is klote dat het een keer afgelopen is. Maar dat weerhoudt me helemaal niet. Ik ben nog gezond, wil van alles en nog wat. En doet ook nog vanalles. Hij zit nog regelmatig bij klimaatwakes, is aangesloten bij de Grootouders voor het klimaat, schrijft regelmatig columns, en schrijft recensies. Hij mag dan 91 zijn, Beerends werkt nog zo’n 25 uur per week.
Waar hoopt hij die komende jaren nog op? “Ik hoop dat stappen gezet naar internationale wet en regelgeving. Dat Oekraine bevrijd wordt van de Russische bezetter. Dat er een shift komt in klimaatbeleid.” Het hélpt, zo herinnert hij me eraan. “De ozonlaag is gerepareerd. Omdat de drijfgassen verboden zijn.”