Asteroid City is een uitzinnig en briljant relaas over een woestijnstadje waar een conventie
plaatsvindt.
De Texaanse regisseur Wes Anderson is een uniek figuur in de wereldcinema. Hij is intussen de meest geïmiteerde filmmaker. De imitaties, waaronder talloze You Tube video’s, missen echter het hart en de ziel van zijn werk. Anderson maakt panoramische films, uiteraard met groothoeklenzen, om de ontelbare details te vangen. Zijn kleurpalet is feilloos, met als signatuur de primaire kleuren rood en geel. Ondertussen heeft hij een grote stal van steracteurs, waar iedereen wat toevoegt aan het geheel, al duurt zo’n optreden soms slechts een minuut.
Asteroid City speelt in een fictief woestijnstadje in 1955, de vroege tijd van de ruimtevaart, er is ook nog een duizendenjarige krater van een meteoriet. Het gaat om een wetenschappelijke competitie (The Junior Stargazers Convention) voor kinderen, hun ouders zijn meegekomen, en een stel militairen. De film ademt een padvinder gevoel, vergelijkbaar met Anderson’s Moonlight Kingdom (2012). Het is geen spoiler om te vermelden dat een goedmoedig buitenaards wezen de locatie bezoekt, wat tot quarantaine leidt, waarbij de aanwezigen elkaar beter leren kennen.
Zoals gebruikelijk bij Anderson mixt hij meerdere realiteiten. Er is de raamvertelling in zwart-wit van de productie van het toneelstuk Asteroid City en er is de kleurige, bijna cartooneske realiteit. De twee werkelijkheden schuiven een beetje ongemakkelijk tegen elkaar. Maar die zwart-wit wereld, met Brian Cranston als fabuleuze ceremoniemeester, geeft respijt tegenover de hectiek van het kleurenverhaal. Ondanks de uitzinnigheid van de film, heeft het dit keer een bijna minimalistische aanpak. De vorige film van Anderson The French Dispatch (2021) is heel wat wilder. De nieuweling heeft een onverwacht filosofische kracht.
Wat is de zin van het leven, als de centrale vraag. Hierbij spelen rouw en verdriet. Een vader kan maar niet aan zijn kinderen vertellen dat hun moeder overleden is. Voeg daarbij relaties die op de klippen zijn gelopen. De vrolijke en luchtige oppervlakte van Asteroid City verbergt pijn. Dit is niet nieuw voor Anderson, het gezin speelt trouwens een belangrijke rol in zijn oeuvre. Denk aan bijvoorbeeld The Royal Tenenbaums (2001) het hartverscheurende meesterwerk over een disfunctioneel gezin. Hartbrekend is zeker het optreden van Scarlett Johansson die een melancholische actrice speelt. Haar relatief kleine rol past wel in het rijtje grootse vertolkingen in de films van Anderson, zoals Gene Hackman in The Royal Tenenbaums en Ralph Fiennes in The Grand Budapest Hotel (2014). Dit keer doet Bill Murray helaas niet mee, hij speelde in de meeste films van Anderson.
Wes Anderson wordt vaak hautain neergezet als een kille technicus, die vooral geïnteresseerd zou zijn in uiterlijkheden. Het opstapelen van zoveel mogelijk details zou zijn hoofddoel zijn. Dat er in zijn films juist veel gevoel zit, zien ze over het hoofd. Gebroken harten en gebroken illusies spelen een belangrijke rol in het oeuvre van Anderson. En toch is er veel hilarische humor. Er is oneindig veel visuele humor, zelfs slapstick en snaakse verbale humor. Puike muziekkeuze, met oude cowboy ballades op de achtergrond. Muziek in de films van Anderson altijd bijzonder.
In Asteroid City zijn af en toe paddenstoelwolken in de verte zien, kernproeven dus, de personages bekommeren zich er niet om. Ook geweldig zijn de kinderen in de film. De hoogbegaafde kinderen heten hier brainiacs. De drie kleine zusjes, die zichzelf heksen noem, stelen de show. Zelfs nieuweling in de Anderson stal Tom Hanks is daar niet tegen opgewassen. De films van Anderson kunnen vaak herbekeken worden, om steeds weer nieuwe details en ideeën te ontdekken. Van wie anders kan je dat zeggen?
Asteroid City (Universal Pictures) nu in de bioscopen.
Er is tevens een retrospectief in de filmhuizen van Wes Anderson films, en Pathé bioscopen, tot 30 juni.
Ulrik van Tongeren