Verwacht het onverwachte (deel II)
Door Hector Reban
Nu de weerbaarheidstraining in dienst van de NAVO gestalte heeft gekregen in de filters die in onze politieke economie over het ruwe nieuws worden aangelegd , wordt de ruimte voor kritische meningen nog verder versmald dan die al was (zie deel I ). Kritiek wordt al snel tot complottheorie gedegradeerd en critici worden gebrandmerkt als twijfelzaaiers in dienst van de vijand.
Maar zolang zij nog niet massaal worden opgepakt, is het mogelijk trouw te blijven aan basale waarden van het kritische denken, om daarmee te proberen nog enigszins iets van waarheid uit de brij van propaganda en beïnvloeding te peuteren. Gereedschappen daarvoor volgen uit een logische en methodische benadering, niet uit cynisme of lui denken. Anders maak je het de belangrijkste beheerders van de informatieruimte wel heel gemakkelijk.
Pandora’s doos
In een samenleving die een mondiaal bereik heeft, is het niet eenvoudig je staande te houden in het bombardement aan prikkels dat via talloze communicatienetwerken worden doorgegeven. Bij zoveel informatie van zoveel grote spelers, zoals overheid, PR & reclame sector en Big Media & News Business, komt de gemiddelde nieuwsconsument gemakkelijk in een spiraal van apathie. De verwarring is bij veel mensen totaal, wat ook volledig begrijpelijk is.
Voor de vasthoudend kritische burger met een bovengemiddelde belangstelling, lijkt de politieke werkelijkheid niet zelden op een doos van Pandora. Heel veel idiote narigheid die je voorstelling te boven lijkt te gaan, blijkt toch altijd weer door mensen in dienst van gecentraliseerde politieke macht te zijn bedacht. Brainwash experimenten; experimenten op mentaal minder validen die worden blootgesteld aan nucleaire straling; afschuwwekkende marteltechnieken; uitgewerkte plannen voor operaties de bevolking psychologisch te bewerken; er is voldoende serieus materiaal gepubliceerd over deze en nog veel meer krankzinnige praktijken.
Fundamentele vragen die in onze informatieruimte opdoemen bij het doornemen van nieuws en onderzoek, worden getekend door twijfel. Kan het cynisme dat een inlichtingendienst kenmerkt, hier ook niet gewoon in de praktijk zijn gebracht? Als het over onze officiële vijanden zou gaan, is er niemand die ontkennen zal dat zij dergelijke zaken zouden kunnen verzinnen. Of zou het nu dan wél om een echte complottheorie kunnen gaan? Ook de standvastig kritische burger kan zo terecht komen op steeds diepere lagen van oneindige spiegelpaleizen, van waaruit het niet eenvoudig is een weg te banen in gezelschap van iets dat op waarheid zou kunnen lijken
Methodisch bevragen …
In al dat geweld is het handig terug te gaan naar de basis om weer wat grip op de werkelijkheid te krijgen. In een gezonde gemeenschap zou elke deelnemer trouwens autoriteiten, van welke vorm ook, moeten bevragen en zou die idealiter ook in staat moeten zijn zoveel mogelijk betrouwbare informatie te vergaren om zijn democratische rol te kunnen vervullen. Hoewel dat laatste punt in ons politiek-economische landschap lastig blijkt, kunnen we ons wel vasthouden aan een kritische grondhouding ten opzichte van concentraties van macht in dat landschap.
Zo’n grondhouding heeft op het oog eenvoudige kenmerken (1). Het is belangrijk te weten hoe feiten te schiften van suggesties van feiten, zoals eenzijdige reclame en gemanipuleerde informatie uit de Public Relations kanalen van bedrijven en overheden. Het is onontbeerlijk jezelf te trainen in logisch redeneren en het opsporen van redeneerfouten, een competentie die niet in ons schoolsysteem wordt aangeboden en dus zelf zal moeten worden aangeleerd.
Natuurlijk zal ook zoveel mogelijk gelezen moeten worden, om historische patronen en hun optie beperkende werking te kunnen herkennen. Verder moet gezocht worden naar experts en onderzoeksjournalisten met betrouwbare reputaties. Dan kun je na veel arbeid hopen op het beste resultaat – daarbij, net als een wetenschapper, alle kennis als voorlopig te beschouwen. Elke burger die zijn taak serieus neemt, moet eigenlijk een soort wetenschapper zijn.
Die methode is lastig en tijdrovend en bovendien nodigt ons politieke bestel gemakkelijk uit tot laks cynisme en een houding helemaal niets meer te vertrouwen (zie De opmars van morele afgunst). Het is dus heel belangrijk wel een verschil aan te houden tussen gezond kritisch zijn ten opzichte van politieke macht en zulk laks cynisme.
Een voorbeeld: Politieke actoren zijn niet per definitie willoze robots die de directies volgen van almachtige poppenspeler van duivelse proporties, die met een oneindige span-of-control al hun intenties vlekkeloos voor elkaar krijgen. De CIA is bv. inderdaad een machtige en bovenal cynische organisatie, die tot heel akelige dingen in staat is gebleken. Maar dat feit alleen is nog geen garantie hen altijd en overal als usual suspect uit de kast te trekken.
Wie een concept als “Deep State” wil gebruiken om aan te tonen dat er andere centra van besluitvorming in het spel zouden kunnen zijn dan de officiële en openbare staatskanalen, kan een punt hebben. Maar zij zal zich wel van een realistische definitie moeten bedienen. Deep State is geen eenduidig duister karakter dat achter de schermen aan alle touwtjes trekt en van officiële bronnen van openbare macht machteloze poppen maakt. Deep State is ook geen almachtige complotorganisatie die volledig toegedekt als enkelvoudige actor met een centrale wil opereert, niet bloot staat aan politieke of andere krachtenvelden en alles tot stand kan brengen wat het maar wil.
In een dergelijk denken ontstaat een metafysisch construct, een soort anti-God, waar alle manipulaties die mensen denken in al hun wantrouwen te zien, aan vast geknoopt kunnen worden. De duivel werkt in het duister, kan overal zijn, is onberekenbaar en manipulatief en kan zich dankzij zijn onkenbaarheid in allerlei gedaanten manifesteren. Het is onmiskenbaar een product van het denken in een christelijke traditie. Dat ondermijnt een serieuze wetenschappelijke analyse van wat de Deep State zou kunnen zijn en daarmee ook toegang tot serieus debat (over bv. de reikwijdte van veiligheidsdiensten en hun sleepnetten). (2)
… van een complexe werkelijkheid
Er bestaan spanningsvelden die ook inwerken voor of tegen een partij die op zichzelf machtiger is dan alle anderen of die vanuit zijn functie als bv. veiligheidsdienst buiten het blikveld opereert. Daartegenover geldt evenzeer dat de zogenaamde willoze trekpoppen “agency” hebben, een organisatie, een wil, een doel, beschikbare middelen, deelnemers, die allemaal weer alleen of tezamen aan allerlei krachten bloot staan. Waar onze opinieleiders van onze tegenstrevers een almachtige duivel maken (liefst een nieuwe Hitler), maken de cynici die duivel van het Westen zelf (of welke andere machtige actor dan ook, de eigen overheid bijvoorbeeld, of Soros en het WEF). Het reflecteert als een perfecte spiegel het cynisme van staatspropaganda en het appelleert ook sterk aan de machteloosheid die onder de bevolking leeft. Maar een goed beeld op de feiten geeft het niet per se.
Niet alles heeft een causaal verband, niet alle gebeurtenissen zijn gevolgen van duidelijke en eenduidige intenties. De staat opereert niet altijd als een biljartbal – compact en enkelvoudig met één doel, richting en snelheid. Toeval, ongeluk of onbedoeld bijeffect zijn nooit uit te sluiten. Zelfs het bij critici gewaardeerde adagium cui bono? (wie wint erbij?) levert niet veel meer op dan een mogelijke aanwijzing, een hypothese. (3) Want belang en uitkomst hoeven niet per se causaal in een rechte lijn aan elkaar gerelateerd te zijn. Een resultaat kan bijvoorbeeld voor een inactieve buitenstaander of tegenstander veel gunstiger uitpakken, dan voor diegene die de carrousel aan ontwikkelingen in gang heeft gezet. De realiteit is nu eenmaal zeer weerbarstig en niemand heeft controle over alle variabelen.
Kritische benadering kan dus vervallen tot gratuit cynisme. Inderdaad kan dat dan weer leiden tot “complottheorieën”, met flinters van info die waar zijn, andere delen die waar zouden kúnnen zijn en grote delen gemakzuchtige stereotypen en op niets gebaseerde speculatie. Het grote nadeel is dat dergelijke luiheid niet alleen het cynisme van de staatspropaganda terug kaatst, maar ook realistische kritiek ondermijnt. Alle stukjes doordachte informatie tegen het officiële verhaal krijgen binnen die stortvloed aan meningen uiteindelijk evenveel waarde als het gemakzuchtige geschreeuw.
Het bovengenoemde advies “doe zelf onderzoek” wordt bv. ook al breed gebruikt door belanghebbend rechts (bv. ontkenners van versnelde mondiale opwarming en biodiversiteitsverlies) en UFO gelovigen. Het hangt er natuurlijk helemaal vanaf hoe, met welke instelling en met welke bronnen je onderzoek doet. Maar nu kritiek geven op zichzelf al lastiger is gemaakt (zie deel I), kan de weerbaarheidsmachine van de machtsconcentraties die momenteel het diepste invloed uit kunnen oefenen (4), realistische kritiek ook al gauw in troebel water dompelen door het eenvoudig te bestempelen als “complottheorie”. De status quo kan zich vervolgens eenvoudig opwerpen als hoeder van de waarheid, die elk door desoriëntatie bevangen schaap van een duidelijk narratief voorziet en zo in de veilige kudde terug brengt.
Get a grip
Op “wappie” rechts vind je nu vaak dezelfde slogans of houdingen, die vroeger door een deel van links werden gebruikt. “Cui bono?” “Doe zelf onderzoek!” Vervolgens haalt het brede midden het Hoefijzermodel van stal en neutraliseert zo elke vorm van kritiek. Het maakt niets uit of die kritiek nu serieus en doordacht is, dan wel cynisch en laks. Er hoeft niet eens meer inhoudelijk gekeken te worden. Een paar ronkende buzzwoorden en een verkeerde positie, namelijk niet pal achter de status quo, zijn al genoeg om kritiek naar de afvalbak van het publieke debat te leiden.
Ook op ultrarechts voelt men zich “ongehoord”. Ook al hebben witte mannen als Arnold Karskens – wie zou hém als buikspreekpop gebruiken? – lange carriéres kunnen maken in de journalistiek. Ondertussen overschreeuwen zij de werkelijk ongehoorden, zoals migranten en illegalen.
Een grote vijand van kritiek is dus niet alleen de zittende macht die de marges van debat ruimte sterk heeft ingeperkt, maar ook de luie en cynische houding van veel mensen die zich op één of andere wijze slecht verhouden tot de mainstream narratieven. Hun machteloosheid is begrijpelijk, zoals in een eerder artikel voor Ravage beschreven. Daarom is het goed agency terug te pakken. Om mogelijk ingang te forceren in de informatieruimte is het dan wel nodig serieus, gedreven en methodisch onderzoek te doen naar de (mogelijke) contouren van de waarheid. Een logisch verhaal is een sterk verhaal.
Verwacht daarbij wel altijd het onverwachte, maar sluit eenvoudig lijkende antwoorden niet uit. Denk ook aan de volgende nuanceringen:
Valse complottheorieën bestaan, maar soms bestaan complotten ook.
De overheid bevoordeelt het bedrijfsleven, maar is onder sterke impulsen soms ook in staat tot andere vormen van actie te komen (bv. het tegengaan van vernietiging van de Ozon laag).
George Soros geeft een half miljard per jaar uit aan de ondersteuning van liberale initiatieven op het maatschappelijk middenveld (5) en schuift regelmatig aan bij belangrijk overleg. Maar dat maakt hem niet almachtig.
Het WEF functioneert slechts als één van de vele informele fora voor meningsvorming binnen de westerse elite en heeft ook geen direct uitvoerende invloed of sanctionerende macht over haar deelnemers.
De Russische regering liegt gemakkelijk. Maar dat zegt niet dat ze nooit de waarheid kunnen spreken.
De CIA is een kwaadaardige organisatie. Maar dat zegt niet dat alle kwaadaardigheid die hen goed uit zou kunnen komen, aan hen is te wijten.
De VS hebben een lange geschiedenis van oorlog, maar dat betekent niet dat ze niet tot vredelievende dingen in staat zouden kunnen zijn.
Kritiek moet zich niet in hoofdzaak baseren op losse spelers zoals Soros of het WEF, maar op structuren van macht, hun ideeën, hun mogelijkheden, hun instituties, hun relaties en welke effecten en wisselwerkingen die hebben op de nieuwsvoorziening. Onderzoek daarnaar kost veel tijd en energie en het is een stuk lastiger dan op basis van lui denken wat inhoudsloze complottheorieën te brullen. Maar het is wel de beste manier om iets van grip terug te nemen op een speelveld dat wordt gedomineerd door grote organisaties als staten en corporations.
Noten
(1) Uiteraard is dit een beschrijving van hoe ik persoonlijk dingen aanpak.
(2) Overigens ontwikkelden de anarchist Bakoenin en de nihilist Nachaev versies van de geheime genootschap methode om de val van de zittende macht te bespoedigen. Desalniettemin wordt in de christelijke samenleving heel veel onterecht toegeschreven aan geheime genootschappen, die achter de schermen grote macht zouden uitoefenen (Vrijmetselaars, Opus Deï, Skull & Bones enz.). Onderzoek volgens een structure-agency analyse zal moeten uitwijzen in hoeverre dergelijke organisaties daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen. De Italiaanse loge P2, waar bv. Silvio Berlusconi lid van was, was zo’n invloedrijk genootschap. Old-boys-networks zijn ook spreekwoordelijke gevallen.
(3) Na de MH17 ramp borduurde ik op basis van het Cui Bono? adagium voort op de hypothese dat Oekraïne en de NAVO het meeste voordeel bleken te hebben van de ramp. Ondanks dat ik mijn blogs mijn hypotheses over dit onderwerp zoveel mogelijk met bewijzen en logische redenaties probeerde te ondersteunen en tegenbewijs nooit onbesproken liet, kwam een onderzoekscommissie van de Leidse Universiteit in opdracht van het Ministerie van Bin.Za tot de conclusie dat ik “hyper partisan” zou zijn, maw super pro-Poetin. Dit alleen omdat ik duidelijk voor ogen had dat het standaard narratief van de officiële onderzoekers niet kon kloppen, ondanks dat ik de Russische informatie evenzeer wantrouwde en kritisch benaderde.
(4) Ik wijs hier met name op de overheid, de NAVO, “Empire” zoals door Hardt en Negri in hun gelijknamige boek is geformuleerd, of de Spektakelmaatschappij volgens Guy Debord. De laatste twee concepten zijn uitgewerkte analyses.
(5) Maar hij steunt ook de NGO karavaan in Oost-Europa met programma’s tbv social engineering van staat en maatschappij naar westers model, om die ontvankelijker te maken voor westerse invloed en kapitaal penetratie.
Kerel, allereerst is het een onleesbaar moeilijk stuk, met een intellectualisme dat op alcoholisme lijkt. En UFO gelovigen bestaan niet, net zo min als Eiffeltoren gelovigen of Paleis op de Dam gelovigen bestaan. Ufo’s bestaan gewoon net als de Eiffeltoren bestaat. Dat heeft niks met geloof of conspiracy te maken. Wat ik in je stuk mis zijn de drie grootste complottheorieën aller tijden: de evolutieleer, de Big Bang theorie en de gedachte dat we van een aap af stammen (maar dat we des ondanks als ver gevorderde apen toch een Bijbel schrijven).