Satyajit Ray was een creatieve duizendpoot.
Door Ulrik van Tongeren
Hij regisseerde, schreef de scenario’s, componeerde de muziek (sinds 1961), ontwierp de posters van zijn films, en werd zijn eigen camera operateur (sinds1964). Allemaal bedoeld om zijn visie ongefilterd op het filmmateriaal vast te leggen. Bovendien schreef hij detective verhalen en kinderboeken. En dat alles bijna een halve eeuw lang lang. Het is niet gezegd dat hij op al die gebieden top was; die gedetailleerde controle maakte zijn films organisch en krachtig. Ray was echt een belangrijk bewijs van het bestaan van de auteurtheorie. Iemand als hem zal nooit opstaan.
Ook uniek was de uiteenlopendheid van zijn films. Charulata (1964) het betoverende Kammerspiel over een vrouw die zich gevangen voelt in haar huwelijk, is iets totaal anders dan The Music Room (1958) de filosofische mijmering over de ondergang van een aristocraat. Wat beide wel gemeen hebben is het trage tempo van de films, en de belangrijke rol die muziek speelt om sfeer te scheppen. Ray filmde graag van afstand, met de zogenaamde ‘long shot.’ Dat zorgde ervoor dat zijn close-ups een onwaarschijnlijke kracht hebben. De verwoestende close-up van de hoofdrolspeelster in Charulata (Madhibi Makherjee), is misschien de mooiste in de filmgeschiedenis. Dat emotionele moment brengt bijna een schokgolf teweeg bij de kijker. Vooral ook omdat de film lijkt te bestaan uit terzijdes, in de relatie tussen de man en vrouw kan niets uitgesproken worden. Het is allemaal sfeer en suggestie, dit is de subtielste film van Ray. Het speelse karakter van de film is bijna Engels.
The Stranger
The Music Room is ook een sfeerstuk, maar afstandelijker, bijna onderkoeld. De plot is simpel: we zien hier de ondergang van de aristocraat Huzur, gespeeld door de formidabele Chhabi Biswar, die terwijl de wereld om hem heen instort muziekfeesten organiseert. Hij is namelijk verslaafd aan muziek. Er zijn twee muziek optredens voor de plaatselijke notabelen, die tamelijk meeslepend zijn. Na de dood van zijn enige zoon, kan alleen een ode aan de muziek voor de laatste keer genoegen verschaffen, Huzur is stervende. Het grootse van The Music Room is, dat het geen jankerig drama is, het is een prachtige overdenking over verlies. De hoofdpersoon zit vol humor en sarcasme. Humor is zeker een onderbelicht element in het werk van Ray. Loodzwaar is het werk van Ray gelukkig, ondanks het leed wat som verbeeld wordt.
The Stranger (1991) was de laatste film van Ray, hij was ernstig ziek. Een vermist familielid klopt aan bij een midden-klasse gezin, is hij de echte oom, of een oplichter? Deze zwanenzang van Ray, en in kleur, is onverwacht lichtvoetig. En heeft tevens een complex personage, daar was Ray gek op. De briljante Utpal Dutt speelt oom Mitta, hij is een schavuit, met sterke verhalen over zijn veelbewogen leven. Het gezin heeft hem toch gastvrij ontvangen, maar heeft twijfels over de kleurrijke oom. Een vriend van het gezin gaat proberen om hem te laten struikelen over zijn leugens. Hij noemt het de lagen van de ui afpellen. Maar de oom laat zich niet zomaar verschalken. Met deze briljante gelaagde scene kon Ray nog onvergetelijk uitpakken. Ray was een sluitschutter wat emotie betreft, in de laatste minuten van The Stranger moet de toeschouwer even snel naar de zakdoek grijpen.
Een medewerker van Eye heeft aangekondigd dat er meer films van Ray vertoond zullen gaan worden, hopelijk niet pas over dertig jaar. De politieke films uit de jaren zeventig, van Ray, zullen daar hopelijk bij zitten.
Retrospectief Satyajit Ray tot 25 december 2024