ANCHORAGE, DI 1 JAN 2013  Het boorschip Kulluk van Royal Dutch Shell is maandagavond in de Golf van Alaska aan de grond gelopen. Het zou een forse klap kunnen betekenen voor de oliewinning van Shell voor de kust van Alaska.

Niet Greenpeace maar de wind heeft er voor gezorgd dat Shell’s omstreden proefboringen naar olie in de Golf van Alaska een zware klap toegediend heeft gekregen. Het boorschip Kulluk werd maandagavond in de Golf van Alaska, ongeveer 400 kilometer ten zuiden van Anchorage, de grootste stad van Alaska, door een sleepboot en een ankerschip ten noorden van het eiland Kodiak op sleeptouw genomen om een zware storm te ontlopen, maar nadat een van de trossen brak was er geen houden meer aan.

Dicht bij het onbewoonde eilandje Sitkalidak liep de Kulluk aan de grond. De Amerikaanse kustwacht heeft de 18-koppige bemanning van het boorschip van boord gehaald. De kustwacht wil vandaag een verkenningsvlucht uitvoeren om een bergingsoperatie voor te bereiden en plannen op te stellen om mogelijk weg lekkende olie in te dammen. Het boorschip heeft ongeveer 560 duizend liter dieselolie en 45 duizend liter smeerolie en hydraulische vloeistof aan boord, zo meldt de kustwacht.

Het boorschip raakte vorige week donderdag voor het eerst in de problemen. De Kulluk heeft geen eigen voortstuwingssysteem en moet door andere schepen worden verplaatst. De sleepboot die de Kulluk voor onderhoud naar Seattle zou slepen, kreeg donderdag motorproblemen. Sindsdien dreef het boorschip stuurloos richting de Trinity-eilanden. Vanwege de hoge golven kon de Brits-Nederlandse bemanning niet worden geëvacueerd, totdat het maandagavond aan de grond vastliep.

Shell is in september 2012 begonnen met het boren naar olie in de Tsjoektsjenzee van Alaska. Het betreft een proefboring op de zeebodem ruim honderd kilometer voor de kust. Shell heeft de Amerikaanse regering meer dan 2 miljard euro betaald voor het recht om naar olie te boren in de Arctische wateren. Het bedrijf moest lang wachten voordat alle vergunningen binnen waren. Milieugroeperingen zijn tegen de boringen.

Volgens Greenpeace kunnen de boringen leiden tot het lekken van olie, hetgeen catastrofale gevolgen kan hebben voor het leefgebied van walvissen, zeehonden en poolvossen. De Amerikaanse milieuorganisatie PEW concludeerde na onderzoek in 2010 dat elke poging een olievlek op te ruimen gedoemd is te mislukken. Het gebied is ijskoud, de zee is ruw en vol kruiend ijs en de wind kan plotseling aanzwellen tot orkaankracht.